Discriminatie als ledenwerving
23 mei 2017
De afgelopen jaren is het arbeidsrecht op een flink aantal punten op de schop gegaan. De Wet Werk en Zekerheid die nu een paar jaartjes bestaat was voor Nederlandse begrippen een aardverschuiving.
De doelstellingen die men wilde dienen waren divers. Enerzijds de behoefte aan flexibele arbeidsrelaties vastleggen en anderzijds het stimuleren van het ontstaan van vaste dienstbetrekkingen. Ambitieuze doelstellingen waarover, zo bleek het afgelopen voorjaar, de meningen nogal verschillen voor wat betreft de effecten van deze wetgeving die men waar kan nemen.
Als bijzaak werden nog wat andere zaken aangepakt. Zo moest er een model komen voor ZZP’ers die voor opdrachtgevers werken en goedgekeurd worden door de Belastingdienst. Dat e.e.a. dramatisch uitpakte behoeft inmiddels geen betoog. Het is nu wachten op nieuwe wetgeving als het nieuwe kabinet althans tijdig geformeerd wordt.
Verder is de duur van de WW-uitkering aangepakt en die gaat terug van maximaal 38 kalendermaanden naar maximaal 24 kalendermaanden. Ook dit begint zich zo langzamerhand te manifesteren. Dat de WGA uitkering (bij arbeidsongeschiktheid) hierdoor automatisch tot 24 maanden beperkt werd, schijnen velen zich nu pas te realiseren.
Doekje voor het bloeden was een afspraak uit 2013 tussen werkgevers en werknemers dat het wegvallen van het derde WW-jaar (eigenlijk 14 maanden) gerepareerd zou worden door afspraken tussen deze sociale partners. Er wordt een Stichting in het leven geroepen die deze uitvoering op zich gaat nemen. Met andere woorden, weer een uitvoeringsapparaat erbij. Of er iets is geleerd van eerdere ervaringen met dit soort bedrijfstak eigen regelingen?
Wellicht klinkt de aanvulling op het eerste oog nog wel sympathiek. De goede lezer constateert echter dat de vakbond de deelname aan de stichting enkel faciliteert voor werknemers die onder een cao vallen. Vrijwillige deelname voor niet cao gebonden werkgevers en werknemers is niet mogelijk! Er ontstaan dus twee soorten werknemers (en werkgevers). Realiseer je verder dat voor een cao de werknemersorganisatie een van de partijen is, en het wordt duidelijk: een derde jaar WW als incentive voor het bestaansrecht van de vakbond.
Wie in 2017 – afspraken gemaakt in 2013 – met terugkijken onverkort wil nakomen, zonder oog te hebben voor de jaren die komen, legt een bom onder het evenwicht dat noodzakelijk is om de arbeidsmarkt ook de komende jaren flexibel te houden waar nodig en zekerheid te geven waar noodzakelijk. Wellicht dat men nog tot inkeer komt…