Second opinion: nieuw recht voor werknemers
07 augustus 2017
Sinds 1 juli 2017 geldt de nieuwe Arbowet. Een van de wijzigingen betreft de second opinion voor de werknemer die twijfelt aan de juistheid van het door de bedrijfsarts gegeven advies. Maar wat houdt die second opinion nu precies in?
Second opinion
Met de nieuwe regels krijgt iedere werknemer voortaan het recht op een second opinion. De werknemer twijfelt bijvoorbeeld over het verzuimbegeleidingsadvies van de bedrijfsarts waarin deze aangeeft welke werkzaamheden de werknemer op dat moment nog kan verrichten. Bij twijfel kan de werknemer een second opinion van een andere bedrijfsarts aanvragen.
Let op!
U als werkgever betaalt de kosten voor de second opinion.
De bedrijfsarts die het advies heeft gegeven moet in principe het verzoek om een second opinion honoreren. Het weigeren van een second opinion kan alleen bij hoge uitzondering als sprake is van zwaarwegende argumenten. Een dergelijk argument doet zich onder andere voor als de werknemer oneigenlijk of herhaaldelijk onnodig gebruik maakt van de second opinion.
Keuzemogelijkheid
Als werkgever moet u ervoor zorgen dat de second opinion wordt uitgevoerd door een bedrijfsarts die niet werkzaam is binnen de arbodienst of het bedrijf waarin de bedrijfsarts werkt die het eerste advies heeft gegeven. In de overeenkomst met de arbodienstverlener moet u opnemen welke bedrijfsarts(en) of arbodienst(en) de second opinion mogen uitvoeren. De werknemer kan hieruit kiezen. Wil de werknemer toch liever een niet in de overeenkomst opgenomen bedrijfsarts of arbodienst raadplegen, dan is hij daar vrij in. Stemt u hiermee in, dan komen de kosten voor uw rekening. Zonder uw instemming betaalt de werknemer de kosten.
Klachtenprocedure
Heeft de werknemer geen vertrouwen in de second opinion-bedrijfsarts, dan kan hij om een andere bedrijfsarts verzoeken. Krijgt de werknemer geen gehoor op dit verzoek, dan kan hij een klacht indienen. Iedere bedrijfsarts dient hiervoor een klachtenprocedure te hebben.
Uitkomst second opinion
Het is aan de werknemer om te bepalen of hij de uitkomst van de second opinion wil delen met de eerste bedrijfsarts. Hij is hier niet toe verplicht. Als hij dit wel doet kan de eerste bedrijfsarts bepalen wat hij met het oordeel van de andere bedrijfsarts doet.
Let op!
De second opinion vervangt het deskundigenoordeel niet. Met andere woorden: een werknemer heeft altijd het recht om bij twijfel aan het oordeel van de bedrijfsarts een deskundigenoordeel bij het UWV aan te vragen. De hieraan verbonden kosten (€ 100) zijn voor rekening van de werknemer.