Niet vervolgen van “kleine vergrijpen”
10 oktober 2017
Een tijdje geleden had ik onze auto veilig geparkeerd door deze naast de weg op een zandstrook te zetten. Daardoor werd het verkeer totaal niet gehinderd. Bij terugkomst flapperde een “kassabonnetje” van € 90,– achter de ruitenwisser omdat de auto fout geparkeerd zou staan! Het Gerechtshof Arnhem- Leeuwarden had op 23 mei 2016 een dergelijke situatie anders beoordeeld. Volgens dit gerechtshof verbiedt het verkeersbord waarmee een parkeerverbod wordt weergegeven (Bord E1) niet het parkeren in de berm. De reikwijdte van dat verkeersbord is namelijk beperkt tot de rijbaan. Het gerechtshof had voor de uitleg van het begrip “weg” – in de zin van artikel 65, tweede lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 – geen aansluiting gezocht bij het begrip weg als bedoeld in artikel 1, onder b van de Wegenverkeerswet 1994. Kortom, voor mijn beste bedoelingen om onze auto geen obstakel te laten zijn op de openbare weg voor het overige verkeer, moet ik nu een beroepsschrift gaan schrijven en dat kost me toch weer een heleboel tijd.
Ik viel vanwege dit fenomeen bijna van mijn figuurlijke stoel toen voorbije dagen een mevrouw van de politieacademie bij het Journaal kwam vertellen dat de politie er niet is om kleine vergrijpen aan te pakken. De politie wil namelijk alleen maar echte boeven vangen. Er werd als klein vergrijp een diefstal van een pinpas genoemd waarmee een klein bedrag illegaal van de bankrekening was gehaald. Als dat een keer gebeurt en het gaat om een bescheiden bedrag, moest dat volgens die mevrouw zonder vervolging blijven. Nu vind ik persoonlijk het doelbewust achterover drukken van een pinpas al een heel serieus vergrijp. Dat is het in mijn ogen zeker als je daarmee vervolgens ook nog doelbewust gaat pinnen. Dan ben je immers willens en wetens bezig een ander te bestelen.
Blijkbaar ben ik een provinciaaltje die de reguliere kleine criminaliteit van de grote stad niet meer kent. Die politiewoordvoerster wekte de indruk dat zulke vergrijpen niet meer iets zijn waarmee het onderbezette politiekorps zich tegenwoordig moet bezig houden. Deze woordvoerster heeft mijn hoe dan ook slinkende gevoel aan veiligheid en rechtvaardigheid aardig in de wielen gereden. Er wordt immers gemeten met meer dan twee maten. Ik krijg immers wel een serieuze prent van € 90,- voor een auto die voor de veiligheid in de berm wordt gezet. En aan iemand die toevallig gepakt wordt vanwege het voor de eerste keer gebruiken van een gejatte pinpas, wil de politie geen professionele aandacht meer schenken.
In ons belastingstelsel zijn er boetebedragen geïntroduceerd, die gedigitaliseerd worden opgelegd als je bijvoorbeeld een keer per ongeluk een aangifte inkomstenbelasting echt te laat indient. Dan is de verzuimboete € 369,-. Die staat soms totaal in wanverhouding tot de te betalen inkomstenbelasting. Eigenlijk is dit vaak maar een klein “vergrijp”. Deze verzuimboete kan echter oplopen tot € 5.278,-. Daarvan heeft die politiewoordvoerster niet gezegd dat ze dat voortaan ook willen laten zitten.
Wellicht moeten we in Nederland eens goed heroverwegen wat passende sancties bij kleine vergrijpen zijn, zonder met meerdere maten te meten…