Spring naar content

Terugwerkende kracht crisisheffing mogelijk niet toegestaan

29 juni 2015

De crisisheffing is een heffing die in 2013 en 2014 geheven werd van de werkgever die werknemers in dienst had die in het voorafgaande jaar een loon genoten hoger dan € 150.000 per jaar. De heffing bedroeg 16% van het deel van het loon boven € 150.000. Werkgevers hebben massaal bezwaar gemaakt tegen de crisisheffing. Onlangs heeft een advocaat-generaal een advies aan de Hoge Raad gegeven dat voor sommige werkgevers een gunstige uitkomst kan betekenen.

Crisisheffing

De crisisheffing was een onderdeel van een pakket bezuinigingsmaatregelen uit april 2012. Op 25 mei 2012 werd aangekondigd dat de crisisheffing in 2013 zou worden geheven over het loon van 2012. Hoewel de crisisheffing in eerste instantie een eenmalige heffing zou zijn, is op 1 maart 2013 aangekondigd dat de heffing in 2014 nogmaals zou worden opgelegd (over de lonen van 2013).

Advies advocaat-generaal crisisheffing 2013

Diverse media maken melding dat in een advies van een advocaat-generaal is opgenomen dat de terugwerkende kracht van de crisisheffing 2013 niet is toegestaan: de heffing van 16% over loon dat is genoten voor de aankondiging van de heffing op 25 mei 2012 is in strijd met internationaal recht. Dit betekent dat het loon van werknemers dat voor 25 mei 2012 al hoger was dan € 150.000 niet mag worden betrokken in de crisisheffing.  Als de Hoge Raad het advies van de advocaat-generaal overneemt, zal dat deel van de crisisheffing dan ook aan de werkgever moeten worden terugbetaald.

Crisisheffing 2014

Als de terugwerkende kracht voor de crisisheffing in 2013 niet is toegestaan, geldt dat waarschijnlijk ook voor de crisisheffing 2014. Dit betekent dat het loon van werknemers dat voor 1 maart 2013 hoger was dan € 150.000 dan ook niet mag worden betrokken in de crisisheffing.

Onzekere uitkomst

Adviezen van een advocaat-generaal worden vaak, maar niet altijd door de Hoge Raad overgenomen. Het is daarom wachten op de definitieve beslissing van de Hoge Raad. Het ministerie van Financiën geeft eerder geen reactie.