Sparen en beleggen iets minder zwaar belast
24 september 2021
Sparen en beleggen wordt volgend jaar iets minder zwaar belast. Dit blijkt uit de stukken die op Prinsjesdag zijn gepresenteerd.
Belasting box 3
De belasting op sparen en beleggen vindt plaats via een heffing op het privévermogen dat zich in box 3 bevindt. In deze box wordt voor sparen en beleggen uitgegaan van een forfaitair rendement, los van de vraag of dit rendement ook daadwerkelijk wordt behaald.
Heffingsvrij vermogen
Belastingplichtigen hebben in box 3 ieder ook recht op een vrijstelling van een deel van het vermogen. Voor 2022 bedraagt dit € 50.650 per persoon, zodat fiscale partners samen recht hebben op een vrijstelling van € 101.300. Dit is € 1.300 ofwel 1,3% meer vanwege de inflatiecorrectie.
Rendement lager
Vanwege het feit dat de rendementen de afgelopen tijd zijn gedaald, is ook het forfaitaire rendement lager vastgesteld. Box 3 kent drie schijven, waarvoor het forfaitaire rendement is bepaald op 1,82%, 4,37% en 5,53%. De eerste schijf is van toepassing op de eerste € 50.000 van het belastbare vermogen, de tweede schijf op de volgende € 900.000 en de derde schijf op het meerdere van het vermogen.
Wat scheelt dat nu?
Hoeveel minder belasting in box 3 u gaat betalen, hangt af van de omvang van uw vermogen. Zo betalen fiscale partners met een vermogen van € 500.000 nu € 4.774 aan belasting in box 3 en volgend jaar € 4.596, ofwel € 178 minder. Bezitten ze een vermogen van € 1.500.000, dan betalen ze nu € 18.728 en in 2022 € 18.132, ofwel € 596 minder.
Let op!
Alle plannen moeten nog door het parlement worden goedgekeurd.