Digitalisering moet bovenaan lijstje
20 april 2017
Juridische dienstverleners worstelen met digitalisering. Ze plukken er mondjesmaat de vruchten van, maar er is nog een flinke omslag in denken en doen binnen de branche nodig. Dit is een belangrijke conclusie uit de SRA-brancherapportage voor de Juridische Dienstverlening, die binnenkort verschijnt.
Gebrek aan technologische kennis
Digitalisering lijkt zowel een zegen als een vloek voor de Juridische Dienstverlening. Een zegen omdat innovatieve technologieën een efficiëntere manier van werken mogelijk maken, een vloek omdat de veranderingen zo snel gaan dat veel juridische dienstverleners er niet in slagen om aan te haken. Het is bepaald niet goedkoop om goede technologische kennis binnen te halen en veel kantoren kunnen dit simpelweg niet opbrengen. En verbeterslagen die wèl zonder hoge kosten te maken zijn, worden door het gebrek aan technologische kennis dan weer vaak over het hoofd gezien. Toch moeten juristen deze technologische ontwikkelingen zien bij te benen, anders worden ze voorbijgestreefd en kunnen de kansen die digitalisering biedt zomaar omslaan in bedreigingen.
Eerst intern dan extern
Ferdinand Nijboer, econoom bij ING, stipt daarbij aan dat de branche vooralsnog vooral bezig is met een interne efficiencyslag. “De volgende stap die de branche zal moeten zetten, is het digitaliseren van het product of de dienst. Denk aan een platform waarop je via modules zelf een contract kunt samenstellen. Dit heeft gevolgen voor het verdienmodel”, aldus Nijboer. Juridische dienstverleners zullen hun geld steeds meer moeten halen uit advisering op maat, bovenop een gratis of goedkope dienst. Dit betekent dat zij zich moeten onderscheiden, zich proactief moeten opstellen en moeten weten wat er bij klanten speelt. Als de branche deze omslag weet te maken, zijn er volop kansen.