Spring naar content

5. Wet DBA

5.1 Stand van zaken

Het vorige kabinet wilde de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie (Wet DBA) vervangen, maar heeft die opdracht aan een nieuw kabinet gegeven. Deze wet zorgt namelijk voor te veel onrust en onzekerheid onder zzp’ers en hun opdrachtgevers.

In plaats hiervan gaat de regering zich richten op het tegengaan van ongewenste concurrentie op arbeidsvoorwaarden tussen werknemer en zelfstandigen om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Bovendien is afgesproken dat er een wettelijke verzekeringsplicht voor het arbeidsongeschiktheidsrisico bij zelfstandigen komt en wordt deelname aan pensioenregelingen door zzp’ers nader bezien.

 

5.2 Handhaving

Het moratorium op de handhaving door de Belastingdienst zal van kracht blijven. Dit houdt in dat er voorlopig beperkt gehandhaafd wordt door de Belastingdienst. Er wordt enkel gehandhaafd op kwaadwillendheid of wanneer aanwijzingen niet binnen een redelijke termijn zijn opgevolgd.

 

Wanneer kwaadwillend?

Een werkgever wordt als kwaadwillend beschouwd als deze ‘opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat hij weet – of had kunnen weten – dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking’. Hiervoor moet worden bewezen dat sprake is van drie dingen:

  • een (fictieve) dienstbetrekking
  • evidente schijnzelfstandigheid
  • opzettelijke schijnzelfstandigheid

 

Aanwijzingen

Het kan ook voorkomen dat bij een controle niet direct wordt geconstateerd dat sprake is van kwaadwillendheid, maar dat wel blijkt dat sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking. In dat geval wordt nog niet gehandhaafd, maar kan de Belastingdienst wel aanwijzingen opleggen. Met deze aanwijzingen moet de werkgever vervolgens aan de slag om:

  • de arbeidsrelatie zo vorm te geven dat er sprake is van werken buiten dienstbetrekking, of
  • de arbeidsrelatie als dienstbetrekking te verwerken in de aangifte.

Voor het opvolgen van aanwijzingen krijgt een werkgever doorgaans drie maanden de tijd. Wordt na die drie maanden geconstateerd dat de aanwijzingen niet voldoende zijn opgevolgd? Dan kan alsnog worden gehandhaafd.

 

Tip!
De algemene modelovereenkomsten uit 2016 kennen een geldigheidsduur van vijf jaar. Deze zijn verlopen en inmiddels vervangen door een model 2021. Denk daarom bij een verlenging van een overeenkomst alsook bij een nieuwe overeenkomst met de zzp’er aan het gebruik van het nieuwe model. Als een speciaal branchemodel is gebruikt uit 2016, dan is die mogelijk ook verlopen. Wellicht heeft de branche een nieuw model beschikbaar.